Ingrediënten

  • olijfolie +
  • 1 kg riblappen, in grote stukken +
  • 1 kleine ui, fijngesnipperd +
  • 2 stengels bleekselderij, fijngesneden +
  • 1 el balsamicoazijn +
  • 500 ml bruin bier +
  • 750 ml groentebouillon +
  • 2 klontjes boter +
  • 300 g sjalotten, gepeld +
  • 2 takjes rozemarijn, alleen de blaadjes +
  • 200 g gemengde paddestoelen, grote gehalveerd +
  • paar takjes tijm, alleen de blaadjes

Bereiden

  1. Verwarm de oven voor op 180 ºC. Verwarm een ovenvaste braadpan op hoog vuur. Doe een scheut olijfolie in de pan en voeg het vlees toe. Bak het vlees op laag vuur ongeveer 25 min., of totdat de vleessappen beginnen te karamelliseren. Schep af en toe om. Roer de ui en bleekselderij door het vlees en bak ca. 10 min., of tot de groenten zacht zijn geworden.
  2. Giet de balsamicoazijn, het bier en de bouillon in de pan. Breng aan de kook, draai het vuur omlaag en dek af met een cirkel bakpapier. Zet de braadpan 2,5 uur in de oven, of tot het vlees gaar en mals is en de saus ingedikt.
  3. Verwarm ondertussen 2 steelpannen op middelhoog vuur. Laat in elke pan een klontje boter smelten. Doe de sjalotten en rozemarijn in de ene pan; de champignons en tijm in de andere. Voeg aan elke pan een mespunt zout en peper toe. Bedek de sjalotten met een cirkel bakpapier. Doe een deksel op beide pannen en draai het vuur onder beide pannen omlaag. Bak de sjalotten 30 min, of tot ze zacht en goudbruin zijn. Schep ze na 15 min. om. Bak de champignons 10 min, of tot ze al hun vocht hebben afgegeven. Haal de deksel van de pan en bak de champignons nog 5 min. tot ze goudbruin zijn.
  4. Haal de stoof uit de oven en roer de sjalotten en champignons erdoor. Zet de braadpan op middelhoog vuur tot de sjalotten en champignons goed warm zijn. Lekker met luchtige aardappelpuree en gestoomde groenten.
{22 januari 2013}